Van hondenkar tot smart logistic solutions.
Op 26 november 2020 bestond ons internationale tank- en bulktransportbedrijf 100 jaar. In 1920 legde de toen 19 jarige Albert Keijzer de basis voor wat nu een van de grootste transportbedrijven is in de Zaanstreek. Karakteristiek voor het familiebedrijf was de sobere, eerlijke en rechtdoorzee mentaliteit. Het bedrijf maakt jaren mee van snelle groei, maar ook van de nodige crisissen en tegenslagen. Na de oorlog gaat ook zoon Jacob (Co) in het bedrijf meewerken. Als Albert in 1972 overlijdt, zet Co Keijzer het familiebedrijf voort. Wat zijn vader hem als stevige basis heeft achtergelaten bouwt Co uit tot een modern bedrijf op het gebied van internationaal bulk- en tanktransport. In 2006 zet de derde generatie het bedrijf voort. Schoonzoon Rob de Visser volgt Co Keijzer op als algemeen directeur. Het bedrijf specialiseert zich steeds verder in logistieke oplossingen voor het transport van hoogwaardige voedingsstoffen.
Onder de noemer ‘De toekomst van ons verleden’ kunt u hieronder meer lezen over de historie van ons bedrijf.
Vooruitzien en pioniersbloed als voorwaarde.
Albert Keijzer heeft vanaf zijn 14e jaar meerdere baantjes en geeft zijn ogen goed de kost. Veel binnenlands vervoer gebeurde in 1915 per schip. Toch waren er veranderingen op komst. Albert Keijzer zag deze veranderingen aankomen. Onder het motto ‘liever een klein baasje dan een grote knecht’ begint hij een transportbedrijf. Het was hem opgevallen dat sommige notabelen uit omliggende dorpen inkopen deden in Zaandam en de goederen lieten thuisbezorgen. Daar kan hij zijn brood mee verdienen, alleen heeft hij een transportmiddel nodig. Het wordt een hondenkar: goedkoop en bescheiden. Het lukt hem klanten te vinden en hij start zijn bedrijfje op 19 jarige leeftijd vanaf het ouderlijk huis aan de Oostzijde 440. Al snel blijkt de hondenkar zijn beperkingen te hebben. De stap naar een paard en wagen wordt dan ook al snel gemaakt.
Twee bedrijven in een gezin.
In 1922 schaft Albert Keijzer zijn eerste T-Ford aan voor het enorme bedrag van Fl. 1.700. Als vindingrijke ondernemer in hart en nieren moet deze natuurlijk wel snel terugverdiend worden. Albert laat zich niet voor één gat vangen en bouwt samen met Smederij Blokker en Prins een trailer die aan de T-Ford gekoppeld kan worden. Zo kan hij gezaagd hout vervoeren, waar veel vraag naar is. Ondanks dat de motor en remmen van de T-Ford niet helemaal berekend zijn op een dergelijke zware lading, vindt Albert nieuwe wegen om geld te verdienen met zijn Ford en met trailer. Door banken op de trailer te plaatsen in de weekenden, doet de Ford met trailer dienst als bus voor personenvervoer.
In 1925 trouwt Albert Keijzer met Pietertje Peijs. Een vrouw die ook gewend is hard te werken. Pietertje heeft een grote drang naar zelfstandigheid en opent daarom in de woning aan de Czarinastraat een sigarenwinkel. Deze is geopend van 5 uur ’s morgens tot 10 uur ’s avonds. Lange dagen, maar mevrouw Keijzer kan zo wel de in ploegen werkende bootwerkers als klant krijgen en houden. Deze bootwerkers zijn weer betrokken bij de houtaanvoer, wat weer van belang is voor Albert.
Het gaat met het transportbedrijf steeds beter en er komt een tweede T-Ford. Zwager Klaas Veenis wordt het eerste personeelslid.
Aan ondernemersgeest geen gebrek.
In 1927 wordt zoon Jacob Keijzer geboren, voor velen bekend als Co. Als in 1930 de crisisjaren aanbreken, moeten er keuzes gemaakt worden om te zorgen voor brood op de plank. Het jonge gezin betrekt daarom de houten woning aan de Oostzijde, waar ook het bedrijf is gevestigd. Hierdoor kan de woning annex sigarenwinkel aan Czarinastraat verkocht worden. De opbrengsten worden in het transportbedrijf gestoken. Om de crisis te bedwingen, repareert Albert in de nachtelijke uren zijn auto’s, zodat er overdag gereden kan worden. Het transportbedrijf heeft het zwaar. Soms staat er al een wagen geladen tot men beseft dat er geen geld is voor benzine. Mevrouw Keijzer gaat dan op de fiets naar de opdrachtgever om een voorschot te halen op de vrachtkosten.
Tijdens de crisisjaren was transportbedrijf Wijtenkamp een sterke concurrent. Het bedrijf was financieel zo sterk dat het in een keer 10 Kromhout wagens en 20 trailers kon kopen. Kromhout was de Rolls Royce onder de vrachtwagens. Dit terwijl Albert, met bloed, zweet en tranen, zijn wagenpark kan uitbreiden met een enkele Chevrolet. Co vertelde ooit de anekdote van de autoverkoper die langs kwam. “Er was wel werk, maar niet genoeg wagens om mee te rijden. Mijn vader Albert vertelde de autoverkoper dat hij de auto eerst wilde uitproberen met lading, anders kon je de wagen niet testen. Zo gezegd, zo gedaan, maar na de testrit ging de auto natuurlijk weer terug, want geld om hem te kopen was er niet.“
Later koopt Albert een Chevrolet uit Amerika. De wagen is goedkoop, want de trailerkoppeling werkt niet op het Europese systeem. Albert keert de koppeling om en het werkt. Hij heeft nog jaren plezier van de Amerikaanse Chevrolet. Met de ondernemersgeest van Albert kwam het bedrijf de jaren ’30 door. Maar dan volgt er een nieuwe uitdaging: de tweede wereldoorlog.
Weer van vooraf aan beginnen.
Als in 1940 de Duitsers Nederland binnenvallen zijn de gevolgen voor Albert Keijzer snel merkbaar. Het vervoer van goederen loopt snel terug en wagens worden in beslag genomen. Keijzer houdt één vrachtwagen over. Benzine is niet meer verkrijgbaar, maar gelukkig krijgt Albert het voor elkaar van de Rijks Verkeersinspectie een toewijzing voor kolen te krijgen. Hierop kunnen auto ook rijden als ze voorzien zijn van een kolengenerator. Een deel van de kolen ruilt Albert voor graan en andere etenswaren, waarmee hij zijn gezin te eten kan geven. Het geld dat Albert gekregen had van een NSB ambtenaar voor de inbeslagname van een van zijn beste wagens steekt hij in een stenen huis. Dit moet als een financiële buffer dienen om na de oorlog weer opnieuw te kunnen beginnen. Een vooruitziende blik, want na de oorlog moet het bedrijf weer van de grond af aan opgebouwd worden.
Als de oorlog voorbij is komt er weer volop werk. Het stenen huis wordt verkocht en de opbrengst wordt geïnvesteerd in de aanschaf van een door de RVI toegewezen legertruck.
Nederland moet weer worden herbouwd en de Zaanse houthandel en -industrie floreert. Bedrijven zoals Bruynzeel produceren deuren, kasten en keukens op de top van hun kunnen. Als huis transporteur is de omzet van Keijzer voor meer dan 70% afkomstig van Bruynzeel. Om onverwachte ontwikkelingen te voorkomen maakt Keijzer de afspraak dat er elke week betaald wordt. Boter bij de vis. Dat is de les die Albert geleerd heeft uit zijn vooroorlogse ondernemerschap. Net als de les niet al te hard te willen groeien. Doe je dat wel, dan kan je eigen organisatie dat vaak niet aan met alle gevolgen van dien.
Er breken betere tijden aan. Er is bijna geen huis in Nederland zonder een deur van Bruynzeel. En Albert Keijzer levert ze af. Er worden weloverwogen investeringen gedaan en Albert pakt elke dag zijn Giroboekje en doet zijn betalingen. Zo weet hij precies wat hij overhoudt.
Familiebedrijf van vlees en bloed.
In eerste instantie mag Co van zijn vader niet in het bedrijf komen. Albert had alleen de lagere school afgemaakt en werkte al vanaf zijn veertiende. Co moest de kans krijgen het anders te doen. Hij moest verder leren. Het werd de kweekschool. Na zijn opleiding houdt Co het als onderwijzer snel voor gezien. In 1948 gaat Co alsnog werken bij zijn vader. Als chauffeur moet hij van onder af aan beginnen. Loon krijgt Co niet: ”Als je geld nodig hebt hoor ik het wel” zei vader Albert. In zes jaar tijd leert Co, vanachter het stuur, de transportwereld van onder tot boven kennen.
Als Co voornemens is te gaan trouwen met Hendrika Maria Out, neemt Albert van verffabriek Schoen een stuk land over waar een herbouwplicht op rust. Doordat er overheidssubsidie verbonden is aan deze herbouw komen er middelen vrij voor het bouwen van een huis voor Co en zijn aanstaande bruid.
De samenwerking tussen vader en zoon verloopt voortreffelijk. Volgens Co was zijn vader wel de baas, maar ze besloten alles samen. Natuurlijk was er wel eens verschil van inzicht, maar dan werden zaken op een positieve manier besproken en werden problemen bijgelegd.
Van houttransport naar tanktransport.
In de jaren 50 zorgt het transport van hout niet meer voor de grootste inkomsten. Bij een van de ritten naar het buitenland maakt Co Keijzer kennis met tankwagens, toen nog onbekend in Nederland. Ondanks dat vader Albert er geen toekomst inzag, schaffen ze samen met olieraffinaderij Pieter Bon een platte trailer aan waar een tank op gemonteerd wordt. Echter staat het vehicle anderhalf jaar op z’n lading te wachten, omdat alle oliën nog in vaten worden vervoerd.
Inmiddels heeft Crok & Laan ook een tankwagen aangeschaft. Als deze voor een reparatie uit de running is, springt Co Keijzer in het ‘gat’. Co vraagt het garagebedrijf de reparatie zo lang mogelijk uit te stellen, waardoor het een half jaar duurt voordat de tankwagen is gerepareerd. Na een half jaar voor Crok & Laan gereden te hebben is er dan inmiddels voor Albert Keijzer voldoende vloeibaar transport bij gekomen. Er wordt zelfs naar België en Zwitserland gereden.
Er moeten tankwagens bijkomen en de levertijd is lang. Doordat Albert Keijzer contant kan betalen, weet Co Keijzer een tankwagen in aanbouw voor de ogen van de concurrent weg te kopen.
De eerste stap naar bulktransport.
Voor de Wester Suiker Raffinaderij rijdt Albert Keijzer vloeibaar suiker naar o.a. Hero in Breda. De nieuwe uitdaging is te onderzoeken of suiker ook kristalvormig kan worden getransporteerd. Technisch Bureau van der Molen uit Wormerveer ontwerpt in opdracht van Albert Keijzer een wagen voor bulktransport van kristalsuiker. Een dure uitdaging, terwijl het lading aanbod nog laag is. Toch ziet CSM (Centrale Suiker Maatschappij) als moederbedrijf van de Wester Suiker Raffinaderij er wel toekomst voor. Het duurt alleen ongeveer 10 jaar voordat bulktransport voor Albert Keijzer rendabel wordt.
Inmiddels is bulktransport niet meer weg te denken. Naast bulktransport van suiker transporteert Albert Keijzer vandaag de dag cacaopoeder, meel en vele soorten andere granulaten.
Tanktransport chemische stoffen in opkomst.
Een kleine zestig jaar geleden besloot de overheid fluor aan het drinkwater toe te voegen om tandbederf tegen te gaan. De grote hoeveelheden transport van silicoon-waterstof-fluor werd in opdracht van Albatros Superfosfaatfabrieken uitgevoerd door Albert Keijzer. Door de bijtende werking van de stof, kon deze niet vervoerd worden in aluminium, RVS of ijzeren tanken. Albert Keijzer liet daarom twee tanken bouwen met een rubberen tankvoering. Deze reden continu naar Rotterdam, Amsterdam en Duitsland. Toen enkele jaren later de politiek besloot niet langer fluor aan het drinkwater toe te voegen, werden de speciale tankwagens overbodig.
Gelukkig volgt er kort na het fluor avontuur een opdracht van de Electro Zuur- en Waterstoffabriek voor het vervoer van vinylacetaat en azijnzuur. Voor Albatros verzorgde Albert Keijzer in die jaren ook het transport van grote hoeveelheden kunstmest. Maar door de veranderende en aangescherpte milieu-eisen maakte het transport van kunstmest plaats voor nieuwe opdrachtgevers en het vervoer van andere chemische middelen.
Bloemetje doet wonderen.
Als halverwege de jaren 70 Bruijnzeel verhuist naar Bergen op Zoom en de plaatselijke vervoerders uit de regio de transporten overnemen, is het tijd voor Albert Keijzer om de bakens te verzetten. Co leest in de krant dat kartonfabriek de Hoop zich gaat vestigen in de Zaanstreek. Hij stuurt direct een bloemetje en een vriendelijk welkomstbriefje. Hij wordt uitgenodigd bij de directeur. Hij mag een prijsopgave maken, want ze willen graag met een vervoerder uit de streek werken. De daarop volgende decennia verzorgt Albert Keijzer wekelijks tientallen ritten voor de Hoop. Ook komt er meer werk in het vervoeren van chemische stoffen. Dat vergt nogal wat aanpassingen, omdat deze gevaarlijke transporten veel kennis eisen van de chauffeur. Transport van chemische stoffen wordt een specialisme.
Van vader op zoon.
In 1972, 2 jaar na het 50-jarige bestaan van de onderneming, overlijdt Albert Keijzer. Een enorme klap voor Co: “Mijn vader en ik hadden een uitzonderlijke goede band, zowel zakelijk als privé. Gelukkig had mijn vader alles goed geregeld, zowel financieel als bedrijfsmatig. Maar je staat er toch alleen voor en ineens was ik de baas. Gelukkig was iedereen daar snel aan gewend en zette de groei van het bedrijf zich gestaag voort.” Toen het bedrijf 50 jaar bestond waren er 45 wagens. In 1995, als Albert Keijzer 75 jaar bestaat rijden er meer dan 100 trekkers en 160 trailers en wordt er meer dan 10 miljoen kilometer afgelegd. Het bewijs dat Albert als oprichter heeft gezorgd voor een stevige basis voor de toekomst.
Een Europa.
Het wegvallen van de Europese grenzen in 1993 biedt volgens Co niet alleen kansen maar ook bedreigingen. Door het wegvallen van ingewikkelde douane formaliteiten, die soms een week of maanden in beslag namen, kon Albert Keijzer nu bijvoorbeeld lossen in Zweden, daar nieuwe goederen laden en die lossen in Duitsland en dan weer met een andere lading huiswaarts. Albert Keijzer had toentertijd zelfs een vestiging in België om al die ingewikkelde transportvergunningen te kunnen omzeilen voor transporten naar Frankrijk. Met het wegvallen van de grenzen werd dit stukken eenvoudiger. Maar het had ook nadelen. Co Keijzer: “Al die ‘vrije jongens’ kwamen hierheen, leaseten een wagen en gingen aan de slag. Geen investeringen, geen eigen bezittingen, maar wel rijden. Vaak tegen kostprijs. Mijn vader zei tijdens het 50-jarige bestaan van de zaak in 1970 -Het is allemaal van main-, daarmee bedoelend dat alles binnen het bedrijf gekocht en betaald was door de familie.” Er werd niet meer geïnvesteerd dan de polsstok lang is. En dat is nog steeds zo.
De transportbranche in beweging.
In de jaren negentig zien we veel veranderingen in de transportbranche. Niet alleen worden de afstanden groter door het wegvallen van de grenzen, maar ook zorgen de producenten van vrachtwagens voor een grote technologische voortuitgang en komt er steeds meer aandacht voor kwaliteit, veiligheid en milieu. Allemaal ontwikkelingen die tot de dag van vandaag voortduren.
Wij kunnen ons misschien niet voorstellen dat auto’s en vrachtwagens geen stuurbekrachtiging, ABS, of rembekrachtiging hadden. Maar er lopen bij Albert Keijzer nog veel chauffeurs rond die tienduizenden kilometers ‘zonder’ hebben afgelegd.
Door de nieuwe technieken wordt niet alleen het comfort voor de chauffeur verbeterd, ook het onderhoud verandert. De kwaliteit van banden en oliën verbeteren aanzienlijk, motoren worden zuiniger en krachtiger, de luchtweerstand verbetert en onderdelen als brandstofpompen gaan langer mee.
Als het gaat om milieu en veiligheid rijdt Albert Keijzer graag voorop. In 1991 ontvangt het bedrijf voor het eerst het ISO-9002 certificaat. Hiermee bewijst Albert Keijzer te voldoen aan de kwaliteitseisen die van een modern transportbedrijf verwacht mogen worden. Daarnaast voldoet Albert Keijzer vanaf dat moment aan de NEN-2726 norm, die betrekking heeft op de eisen die gesteld worden aan het transport van gevaarlijke stoffen, de zorg voor milieu en veiligheid van het personeel.
Tot op de dag van vandaag besteedt het bedrijf nog steeds veel tijd en energie aan milieu en veiligheid.
Nieuwe generatie zet in op modernisering en groei.
Als 19 jarige MTS student en verkering van dochter Ingeborg wordt Rob de Visser door Co gevraagd ook bij het bedrijf te komen werken. Hij moet dan wel onder aan de ladder beginnen. In de jaren daarna groeit Rob van tankreiniger en autowasser naar planner. Hij volgt de nodige opleidingen en gaat zijn schoonvader steeds vaker assisteren bij het management. In 2000 neemt Rob de leiding van het bedrijf over van zijn schoonvader. Co probeert wat afstand te nemen, maar blijft op zijn manier betrokken bij het bedrijf.
In 2001 worden de vele inspanningen uit het verleden en de verwachtingen voor de toekomst beloond. Albert Keijzer wordt uit drie genomineerde bedrijven verkozen tot de beste Zaanse Onderneming van 2001. De prijs wordt in ontvangst genomen tijdens de Zaanse Ondernemersdag in november 2001. Bekijk hier de bedrijfsreportage die werd gemaakt ter gelegenheid van de Zaanse Ondernemingsprijs 2001.
Vanaf zijn aantreden liggen er talloze uitdagingen voor Rob die hij met beide handen aangrijpt. Er komt een nieuw managementteam, naast Rob bestaande uit Peter Brunekreef en Jos Baltes. De agenda bestaat uit een lange lijst van wensen die de bedrijfsvoering in bijna alle opzichten moet moderniseren en verder moet verbeteren. Lees hier meer over de toekomstvisie van ons bedrijf.
In volle vaart door de 100 jaar grens.
Hoe bereid je een 100-jarig bestaan voor als je het liefst een mooi feest wilt organiseren, maar er wereldwijd een virus heerst? Dan moet je met al je creativiteit alles uit de kast trekken. En dat hebben wij ook letterlijk en figuurlijk gedaan. Op donderdag 26 november 2020 werd er in de vroege ochtend een film gelanceerd waarin burgemeester Hamming van Zaanstad het voortouw nam in een lange reeks van felicitaties. In de film werd tevens het boek ‘De toekomst van ons verleden’ gepresenteerd. Dit boek over het 100-jarig bestaan van Albert Keijzer werd samen met een jubileumbox aangeboden aan alle personeelsleden en relaties van Albert Keijzer.